Hoe creëer je je eigen jungle zonder groene vingers?
De nieuwste trend; en wat houdt het in? Groen, planten, liefst subtropisch, met een knipoog naar de 70-er jaren. Hangpotjes van macramé, nu niet in oranje, paars of bruin (gelukkig!), maar stijlvolle naturellen.
Planten gegroepeerd op de grond in stoere manden en jute zakken. Of als mooi stilleven op je ventsterbank. Varen, cactus, orchidee, maak je eigen jungle.
Maar wat nu wanneer je dol bent op planten, maar deze, door jouw overdaad aan aandacht, praatjes en liters water, telkens weer het loodje leggen?
Hier een paar goede, praktische oplossingen:
- Behang in ieder geval 1 muur in je huis met grootste plantenprint die je maar kunt vinden voor het echte oerwoudgevoel. Alsof Tarzan elk moment aan een liaan voorbij komt geslingerd
- Koop alleen maar planten die bestand zijn tegen de plantenverzorger zónder groene vingers, sterk en weinig vragend zoals vetplanten en cactussen
- Ga stekken, koop kleine potjes en groepeer je plantentuintje voor binnen
- Koop takken, van kersenbloesem tot katjes, groot en lang en zet ze in hoge, opvallende vazen
- Óf: koop een paar mooie, niet van echt te onderscheiden nepplanten. Die gaan zeker lang mee en je hebt er totaal geen omkijken naar…
- En lest best, zoek een vriendin met groene vingers, zo één als ik heb; ieder zieltogend plantje, elke slaphangende blaadjeskluit komt tot leven onder haar aandacht; cactussen geven bloemen, orchideeën groeien tot in de hemel, al het groene gedoe komt opnieuw tot leven. En dat is dan voor mij het moment om ze weer onder mijn hoede te nemen, net zolang tot ik ze weer zo verpest heb dat de geelbruine gewassen zelf beginnen te roepen om haar. Zo creëer je weer een gezellige groene vriendinnenavond. En die zijn nooit weg!